Rene Smits typeert zijn oud-leraren (1972)

1937 

Jozef Vinck (1900-1979)
Tekenleraar, Academie Mortsel. 
Eenvoud, ongekunsteldheid, natuurlijke weergave van mens en dingen. 

Hij leerde mij dat ik geen lijnen moest tekenen, omdat er in de natuur geen lijnen zijn. Hij plaatste een stilleven en leerde me zien dat mijn tekenpapier witter was dan het fel belichte gips, en dat de steenkolen bij de kachel zwarter waren dan de donkerste schaduw. 

   

1940 

Albert De Roover (1892-1978)
Tekenleraar, KASK te Antwerpen. 
Lichamelijk. Intuïtief. Uitgaand van een geheel. 

Hij vroeg: 'Wat is vorm'? Aansluitend maakte hij het dragende, omhullende gebaar van een moeder met haar kind en voegde daaraan toe: 'Dàt is vorm'. 

   

1942 

Arthur Dupon (1890-1972)
Leraar beeldhouwen, KASK te Antwerpen. 
Analytisch. Intellectueel. Gedisciplineerd. Samenvoegend tot een geheel. 

Hij zegt: ‘Vorm is de overeenschakeling van een oneindig aantal contours. Iedereen die zijn verstand gebruikt kan ik leren beeldhouwen. Je mag je niet bewegen tijdens het waarnemen van de contours. Teken de plaats van uw voeten op de grond en gedraag u alsof uw hoofd geklemd zit in een handschroef.’  Het was een enorme - weliswaar anti-sculpturale - wilsscholing. Ik was er hem dankbaar voor, hij die me nooit een vriendelijk woord heeft gegund.

   

1943 

Ernest Wijnants (1878-1964)
Leraar beeldhouwen aan het NHISK te Antwerpen. 
Zakelijk praktisch. Architecturaal vernieuwend. Decoratief. 

Hij zegt ons: ‘Bij het boetseren van het menselijk lichaam wordt de vorm niet tot omtrek maar tot vlakken herleid. Je moet plannen leren zien: verticale, horizontale en kantelende vlakken.' Ook in ronde volumen bleef hij kubussen zien. En de beweging werd met vlakken aangeduid.
Ik had een beeld gemaakt in klei van een man die naar boven kijkt met het hoofd in zijn nek. Wijnants nam een balk en sloeg de schouders naar omlaag, en zegde: 'Zo, nu heeft hij tenminste een hals.'
'Als ze mij laten doen,’ zegt hij, ‘dan schep ik een eigentijds ornament dat hoort bij de moderne architectuur.’ Zijn Lieven Gevaert-monument in Mortsel en zijn Parkmonument in Boom zijn meesterlijk!  

      

1946 

Henri Puvrez (1893-1971)
Leraar beeldhouwen aan het NHISK te Antwerpen. 
Lichamelijke religiositeit. Intuïtie. Leven en warmte, gemoed. Streven naar absolute oprechtheid. 

Hij zegt: ‘Met de handen kritisch tastend leer je een vorm blind begrijpen. Een beeldhouwwerk heeft geen achterkant zoals een schilderij.’
Hij was een autodidact. Ik bewonder zijn Vrouw met kruik, een zwart geölied arduinen beeld in het KMSKA. Hij maakte ook prachtige portretten van vrienden-verzamelaars en collega's-kunstenaars.
Men vroeg hem :'Hoe kun je nu leven zonder geloof?’, en hij antwoordde : ‘Ik heb nooit bereikt wat ik zocht en toch ben ik telkens weer herbegonnen, is dat dan geen geloof?’

Rene Smits typeert zijn oud-leraren (1972)