René Turkry over boek ‘Pleidooi voor het Kunstonderwijs’ (1985)


René Smits beschouwde het steeds als zijn taak om iedereen die met kunstonderwijs te maken heeft, te sensibilizeren voor wat wezenlijk is in dat onderwijs.  Wezenlijk is onder meer dat kunstscholen plaatsen zijn waar men de kunst komt beoefenen.  Elke gelegenheid - toespraak, opening van een expo of vergadering - heeft hij aangegrepen om erop te wijzen, dat het de invloed van buitenaf is die de kunst en het kunstonderwijs door te veel betutteling kan ondergraven.

Hoewel het kunstonderwijs geen diktatuur verdraagt, loopt het toch gevaar in zijn leven aangetast te worden door codificering en studieprogrammering.  Zulke voor onze technologische maatschappij kenmerkende gefixeerde schema's zijn voor het kunstonderwijs onrealistisch.  De ruimte van de vrije geest laat zich immers niet vangen in bepalingen, voorschriften en diploma's. De scheppende fantazie maakt precies het kunstonderwijs anders dan het onderwijs in alle andere scholen.

Kunstzinnigheid is het tegenbeeld van verstarring: de kunstenaar is altijd in beweging.  Er bestaat een mode om gelijk welke vakkennis te verwerpen.  Het zoeken naar ersatz-originaliteit ligt mee aan de basis van de verloedering van het métier.  Smits hamert erop, dat het ook de bedoeling van het kunstonderwijs is om de vakkundigheid door te geven.  Dat vakbekwaamheid en kunst tot gescheiden begrippen zijn gegroeid, illustreert de gespletenheid van de moderne mens.  

Er moet over gewaakt dat de grote drie ziele-aktiviteiten - het denken, het voelen en het willen - niet meer dan noodzakelijk worden gescheiden.  In dat opzicht heeft het kunstonderwijs een helende werking op de gespletenheid van onze tijd.  Het mensbeeld dat de jonge mensen vanuit de internationale beeldende kunst belaagt, is niet zelden mensonterend en vernederend.  Tegenover dat vernietigende kan evenzeer iets hartverheffends worden geplaatst.  Wat bij René Smits alles doorzindert, is zijn liefde voor de kunst, deze die het ambacht metamorfozeert tot kunst.  Speelse krabbels verluchten zijn tot bezinning nopend boek, dat goudwaarde bezit.

(René Turkry, 1985)

René Turkry over boek ‘Pleidooi voor het Kunstonderwijs’ (1985) René Turkry over boek ‘Pleidooi voor het Kunstonderwijs’ (1985) - 02