Rene Jochems: Inleiding retrospectieve Edegem (1995)

Inleiding retrospectieve, Huis Hellemans, Edegem (1995)


  • Goede avond mevrouw de Schepen, geachte genodigden, dames en heren.

    Toen René Smits mij vroeg om een inleidend woordje uit te spreken bij de opening van zijn retrospectieve tentoonstelling in Edegem, zijn geboortedorp, heb ik mij uiteraard gevleid gevoeld, en zonder aarzelen toegestemd. Geconfronteerd met het blanco papier heb ik mij te laat gerealiseerd dat ik – hoewel kunstliefhebber - niet over de expertise beschik om een diepzinnige studie te maken van het oeuvre van de jarige artiest. Ik verwijs u bijgevolg graag naar eminente kenners die bij vorige en vast en zeker bij volgende gelegenheden die theoretische of cultuurhistorische analyse voor u willen maken.

    Het lijkt me daarom beter vandaag de aandacht te richten op 'de mens' René Smits. Hiervoor heb ik assistentie gevraagd aan een aantal personen die hem gedurende enige tijd van nabij hebben meegemaakt. Ik verontschuldig mij direct bij de talrijke vrienden en kennissen hier aanwezig aan wie ik niet onmiddellijk gedacht heb en die dat wellicht ook graag hadden gedaan. Hoe dan ook, de toegezonden briefjes - hoewel zeer verscheiden - lopen allemaal over van sympathie. Ik laat u dadelijk meegenieten van enkele karakteriserende uitspraken.

    Zelf ken ik René Smits als een harde werker. Ik zeg dit niet om hem een plezier te doen, ik zeg dit omdat het zo typerend is. Zelden of nooit schudt hij een artistiek werk zomaar uit de mouw. Dagen, weken, maanden soms jaren worstelt hij met de materialen. Hij houdt van die te overwinnen weerstand, van het experimenteren en - ook zo kenmerkend voor hem - van het vervolmaken van zijn technisch kunnen.

    Kunst-"werken" noemt hij dat zelf, en hij geniet zichtbaar van dit duel met de natuur. Hij geniet er ook hoorbaar van, want niets is hem liever dan een geïnteresseerd oor. Dan ontwaakt de geboren leraar in hem, de man die u spontaan wil onderwijzen, die u met hart en ziel “het wonder wil wijzen”. En René Smits spaart zich op zulk moment moeite noch tijd om u tot inzicht te brengen in de schoonheid van vorm en ritme.

     
  • Kunstschilder Wilfried Genard illustreert dit prachtig met enkele herinneringen:
    "Toen ik twaalf was en de allereerste lessen waarnemingstekenen kreeg van René, wees hij er me op hoe een tak van een perelaar doorboog onder het gewicht van een vrucht, maar zich verderop weer oprichtte, naar het licht toe. Vorm was van toen af niet langer een op-zich-staand gegeven maar uitdrukking van iets, hier een spel van krachten. Vorm kreeg betekenis.
    Tien jaar later, toen René een machtig beeld schetste van de mensheidsontwikkeling, vertelde hij me dat in de kunst het mensbeeld een uitdrukking is van de tijdsgeest. Vooral de voorstelling van de oud-Egyptische mens die het lichaam als 'kruik' uitbeeldde trof me diep. Vorm kreeg, letterlijk bijna, inhoud."
     
  • Ook de woordkunstenaar Francis Verdoodt kwam vaak onder de indruk van de heldere uitspraken van René Smits:
    "Wat René me vertelde, bij zoveel ontmoetingen die meestal te vluchtig waren, leefde telkens lang in mij verder. Soms schreef ik thuis even iets op van wat was blijven hangen. Eens over de stilte: "Als ik mij een vorm indenk, ontstaat er een geweldige stilte. In die stilte ontstaat reeds een beeld. Maar ook een woord is een beeld. Mijn gedachte is een beeld. We leven in een beeldenwereld."
    Over het ritme: "Ik teken vanuit een sterk ritmegevoel. Ik snij plotseling een vorm af, of ik kap in een steen: telkens is dat een ritmische aangelegenheid."
    Over articulatie: "De vorm is een grens, de lijnen duiden op beperking, net zoals een medeklinker: een p, of een s."
    Over volume: "Ik plaats een beeld, een volume in de ruimte. In de ruimte wordt een bres geslagen, mijn beeld, waardoor mijn ziel kan doorstromen naar de anderen."

    En Francis Verdoodt besluit:
    “Zo ervaar ik René Smits: als een levend beeld in tijd en ruimte dat zoveel gedachten en gevoelens laat doorstromen naar wie kijken en luisteren wil. Vooral ook: omdat het beeld soms aarzelt, onzeker is, een beetje schuw. Maar hierdoor juist zo sterk menselijk, zo geweldig rijk. Mensen als hij moeten we koesteren."
     
  • Ook toen René Smits in de jaren '80 zijn slobbertrui en zijn ribfluwelen broek ruilde voor het driedelige streepjespak van de ambtenaar, dan nog zagen we een Rijksinspecteur die kabinetten, administraties, directies en secretariaten versteld deed staan van zijn onuitputtelijke energie. Dagelijks stond hij op de barricaden, om van het kunstonderwijs en van het kunstenaarsmétier te redden wat er te redden viel.
    En als hij er na 5 jaar het bijltje bij heeft neerlegt voor hij in dit hopeloze wespennest zelf ten onder ging, dan vond hij nog de kracht om een 157 pagina's tellend en zeer lezenswaardig ‘Pleidooi voor het Kunstonderwijs’ te schrijven.

    Wie beter dan zijn voorganger Ere-Rijksinspecteur Theo Van Looy kunnen wij aan het woord laten over die weinig creatieve periode van René Smits?
    "In 1980 heeft hij mijn inspectietaak overgenomen. Het was een tijd waarin enerzijds de artistieke zeden losser werden, maar waarin anderzijds de rijksmiddelen beangstigend werden ingebonden. Daarin was het zijn taak toch artistiek leiding te geven en tegelijk onsympathieke administratieve maatregelen toe te passen. Dat leidde tot spanningen: hij zag wat er misliep, leed er onder, maar voelde zich machteloos tegenover de automatismen van de overheid.
    Tijdens zijn inspectiejaren had de gevoelige graficus-beeldhouwer, die tot artistieke immobiliteit gedwongen werd, compensatie gezocht in de muziek en zich op het vioolspel toegelegd. Dat heeft hem gered: het liet hem toe, na zijn ontslag, de weg naar zelfstandig beeldend-creatief werk terug te vinden."
     
  • René Smits heeft inderdaad ook wat met muziek. Ik ga nu niet verwijzen naar zijn kinderen-musici Johan en Raphaella, maar wel naar zijn inzet om ook in dit artistiek gebied te werken aan zijn kundigheid om dan creatief de kunsten te kunnen beoefenen. Het is niet niks om op 54-jarige leeftijd aan de muziekacademie het niveau uitmuntendheid af te werken. En het getuigt van liefde en eerbied voor de klankenwereld om op je 70ste nog wekelijks met vrienden te musiceren alsof je een plaatopname of een concert voorbereidt.

    Ik citeer de violiste Jeannine Huybrechts-Tooten, een van die muzikale medestanders:
    "Wanneer ik ten huize bij René en Caroline kom om te musiceren is het steeds feest! Zijn enthousiasme is altijd even groot en ik mag zeggen dat René de jongste zeventiger is die ik ken. Moest iedereen zo positief ingesteld zijn dan zouden er heel wat minder problemen zijn in de wereld!"
     
  • Ook als kunstschilder Raf Coorevits de gevierde in woorden uittekent klinkt dat positieve zo sterk door:
    "De uitslaande witte kuif en baard ogen fel en stekelig, als een pas opengebroken wilde kastanje. Binnenin blinkt het rood aangelopen gelaat, altijd een beetje feestelijk en opvallend jong. De brede lach die om de witte tanden speelt, zet roekeloze en al te ijverige fans gewillig op het verkeerde been. 't Is dus oppassen geblazen!
    Samen met de niet te stuiten woordenvloed - kundig gekruid met de dolste fantasieën - behoort ook het meesterlijk bespelen van situaties tot het briljante afweermechanisme.
    De ware, dieperliggende kern van Smits' ziel moet je in zijn ogen zoeken: verscholen achter 't spiegelend glas van zijn vertrouwd metalen brilletje, houden ze nauwkeurig het gebeuren in de gaten en ontdoen het van overtolligheden en franje. Zo zult u ook het beste in het werk van René Smits ontdekken: ontdaan van bijkomstigheden, kwetsbaar als het leven zelf en tegelijkertijd getuigend van een grote zielekracht." aldus Raf Coorevits.
     
  • En van ziel gesproken, een van de eigenschappen die in de commentaren steeds terugkeren is de vriendschap. Zo schrijft de pianiste Sylvia Traey:
    "Ik heb veel vriendschap voor hem als mens: vanuit zijn warmhartigheid, zijn veelzijdig interesseveld en zijn bijzondere wijze van 'onderscheidingsvermogen'."
     
  • Marcelle Albert, weduwe van kunstschilder Ernest Albert, vertelt hoe zij kennis maakte met de jonge René Smits 45 jaar geleden. Haar man was in 1949 benoemd tot directeur van de Academie te Mechelen en had nood aan een goede tekenleraar. Zo kwamen Ernest en Marcelle Albert naar Antwerpen, op zoek naar ene René Smits, een uitstekend beeldhouwer en tegelijk een evengoed tekenaar.
    "Het adres, zegt Marcelle, ben ik vergeten, maar de kennismaking niet. Die was het begin van een jarenlange samenwerking, tot Ernest in '65 op pensioen ging. Na de dood van mijn man ben ik echt goed bevriend geworden met René en Caroline. Op René kan ik altijd rekenen, het is een beste kameraad."
     
  • We keren terug naar meer artistieke eigenschappen met een 2de fragment uit de brief van Theo van Looij:
    "Tekenen moet hij, boetseren, vormen halen uit mooie houtblokken of weerbarstige steenklompen, boucharderen, schuren, polijsten, enthousiast doen over een model, meeleven met een poserende voor een portret, stil voor zich uit kijken of tomeloos redeneren, praten over wat hem plots opvalt of wat hij in gedachte verder volgt in een mogelijke evolutie. Dàt is René Smits, en laten de omstaanders daar het hunne uit bewaren."
     
  • De 'artiest' René Smits is - zoals u hoort - niet voor één gat te vangen: hij is zo veelzijdig begaafd dat het een onbegonnen zaak is om zijn oeuvre in een structuur of systeem onder te brengen.

    Om te beginnen is hij evengoed graficus-tekenaar als modelleur-beeldhouwer. Hij maakt beelden in klei, gebakken aarde, brons, steen, hout en in roestig ijzer. Hij tekent op glad papier, heel licht, en op handgeschept papier, soms heel donker. Hij tekent met fijne tekenstift, met rietpen en penseel, met acryl, pastel en kleurpotlood. Hij maakt etsen. En plaatsnijwerk in linoleum, in Unalit en in hout. Hij maakte zelfs gravures in gepolijste steen bij middel van zandstraaltechniek. En bij gelegenheid gaat hij verschillende technieken nog combineren ook. Probeer dat maar eens in een klassement te steken!

    Wellicht denkt u: dan maken we abstractie van de techniek en ordenen zijn werk naar inhoud. Ook hier staat u versteld van de verscheidenheid: portretten, zwangeren, naakten, piëta's, muzikanten, behoeftigen, het leed, het laven, de offerande, de dood, landschappen, droombeelden ... noem maar op. Het is de diversiteit van het leven zelve. Met één beperking slechts: René Smits zal nooit de gruwelen van het leven uitbeelden. Zijn werk weerspiegelt zijn positieve ingesteldheid, straalt gezondheid uit en staat symbool voor het nieuwe leven.

    Kunstschilder Hubert De Volder bekijkt het zo:
    "René Smits gebruikt verworvenheden uit het verleden om een eigen vormentaal te scheppen waarbij de emotieve drang van de kunstenaar de overwegende factor is, naast wetenschap en vakkennis. Hij streeft niet naar die ene "waarheid".
    Voor elk idee gaat hij op zoek naar een andere taal - wat de enorme variatie aan vormen en materialen in zijn werk verklaart. René Smits is een vrij kunstenaar: zijn werk evolueert samen met hem, het is voortdurend in beweging. Zijn componeren ontroert!", aldus Hubert De Volder.
     
  • En als we het dan over componeren hebben moeten we ook luisteren naar de stem van een componist. Ik citeer Peter Cabus:
    "René Smits staat voor 'schoonheid en waarheid', of het nu over beeldhouwkunst of grafiek gaat, of over muziek. Leugen en lelijkheid behoren niet tot zijn uitdrukkingsmiddelen. Zijn portretten reflecteren volkomen het innerlijke en het uiterlijke van de geportretteerde. René Smits geeft de waarheid een grote ontroeringskracht mee, de esthetiek is bij hem altijd geheel logisch en klaarblijkelijk, een tijdloze kunst. Dit kenmerkt eveneens zijn persoonlijkheid: onverschillig is hij nooit, zijn werk aldus evenmin. Niemand blijft onberoerd."
     
  • Van schilder en vriend aan huis Karel Mechiels krijg ik het volgende briefje:
    "Gij vraagt mij 10 regels te schrijven over René Smits: dit is onmogelijk. Verontschuldig mij dat het iets langer is geworden.
    Enkele weken geleden toonde de conservator van het Museum Mayer van den Bergh in de Standaard een kinderportret uit de Renaissance dat hij het pronkstuk van zijn beroemde verzameling noemde. Onmiddellijk moest ik aan de kinderportretten van René Smits denken: ze doen er zeker niet voor onder. Sterker nog zijn portretten evenaren het beste dat de Romeinse kunst heeft voortgebracht."
     
  • Tussendoor een eensluidende gedachte van Wilfried Genard:
    "Zijn portretten, en die van kinderen nog meer, blijven onovertroffen. René heeft dezelfde krachten aangewend die vormgeven aan het levende."
     
  • En om te besluiten nogmaals vriend Karel:
    "Dat hij dan niet meer naam heeft? Dat ligt maar aan één zaak: er is vandaag geen enkel criterium meer. En dit gebrek aan criterium is een groter bedreiging voor de mensheid dan de atoombom, het zet alle menselijke waarden op de helling!
    Daarom is deze kleine tentoonstelling in Edegem zo belangrijk. Het toont een man die het moderne ideeëngoed schitterend in zijn werk wist te verwerken, een man die de moed heeft tegenstroom te roeien."
     
  • Tot zover woorden over de artiest. Laten we nu hier in Huis Hellemans zijn kunstwerken zelf aan het woord.

    (Rene Jochems, 8 september 1995)